Nieuwe Renault Trafic en Express voor Scheepswerf Geertman

Scheepswerf Geertman blinkt uit in scheepsreparatie, -verbouwing en -onderhoud. De afgelopen jaren maakte het Sluziger familiebedrijf een aantal belangrijke veranderingen door. Met de vierde generatie aan het roer, de overname van Scheepstechniek Drenth, een nieuw bedrijfslogo én een nieuwe website is Geertman nu helemaal klaar voor de toekomst. Daar horen ook twee nieuwe bedrijfswagens bij; een Renault Trafic en Express!

Daarvoor klopte eigenaar René Geertman aan bij Van Kesteren in Zwartsluis. “Ik had van collega-ondernemers positieve verhalen gehoord”, vertelt hij. “Dat het prettig zakendoen is met Van Kesteren en dat ze goede service bieden. Ook heeft Renault gewoon goede en betrouwbare auto’s. Daar komt bij dat Van Kesteren praktisch onze buurman is. Ik houd het graag in ons dorp.”

Service van Van Kesteren

Scheepswerf Geertman koos voor de compacte Renault Express en de grotere broer Renault Trafic. Inmiddels rijdt het bedrijf - waar ook dochteronderneming Jachtwerf Geertman onder valt - alweer een aantal maanden in de nieuwe bedrijfswagens. “Ze bevallen heel goed”, vertelt René. “Voor één van onze medewerkers hebben ze de stand van de rijdersstoel iets aangepast, omdat hij dat gewend was van zijn vorige wagen. Maar dat viel allemaal binnen de service van Van Kesteren.”

Ook de Flex Financial Lease-regeling van Renault vond René een belangrijk voordeel. “Ik kan zo de bedrijfswagens heel aantrekkelijk in delen afbetalen.”

Rijcomfort

Daarnaast is Scheepswerf Geertman erg te spreken over het rijcomfort van de bedrijfswagens, die zijn bestickerd in de frisse nieuwe huisstijl van het bedrijf. “Ze zijn heel stil”, legt René uit. “Helemaal in vergelijking met de wagens die we gewend zijn. We kunnen nu gewoon goed bellen in de auto, waar mensen ons voorheen wel eens niet goed verstonden. We maken jaarlijks veel kilometers. Als we bijvoorbeeld voor een storing naar België gaan, wil je een comfortabele en betrouwbare bedrijfswagen hebben. Met Renault hebben we dat.”